Redding door raskenmerken.
Jullie weten allen hoe ik er uit zie. En dat uiterlijk is in de raskenmerken als volgt omschreven.
Een lange hond, langer dan zijn hoogte medebrengt, goed op de benen staand, krachtig lopend, gespierd lichaam. Laat veel adel zien, edele verschijning.
Voor jullie niets nieuws. Jullie kennen me immers. Maar deze kenmerken hebben me het leven gered. Ik was met de vrouw mee. En dat mens heeft een bootje. Als we daar zijn, dan loop ik lekker vrij rond te snuffelen. Ik heb dus niets tegen dat bootje. Maar laatst dacht ik, Kom, ik kijk even wat dat vrouwmens aan het doen is. Een beetje belangstelling is nooit verkeerd. Dus ik zet mijn twee voorpoten op de rand van dat drijfgeval. En wat denk je? Het drijft weg. Heel langzaam. Tergend langzaam. Maar mijn achterpoten stonden nog op de wal. Ik werd dus langer.
En langer. Ik schrok me een krulstaart. En ternauwernood kon ik de wal weer op komen.
Mijn lengte heeft me gered. Is het niet geweldig?