Schutting.
Poeh! Ik droom er nog van.
Laat ik je vertellen wat er achter de schutting is.
Je hebt bij tuinieren gelezen dat ik mijn kop wel eens door een gat steek om de boel wat in de gaten te houden. Nou, laatst kwam ik terug van mijn avondwandeling. Veel te kort gelopen natuurlijk, maar dat mens wou naar huis. Ze zegt, eenmaal in de tuin, "vrij" tegen me. Je weet wel. Dan mag ik doen wat ik wil.
Dus ik vloog op dat gat af, nam een sprong, piepte en worstelde me door dat gat heen.
Ik hoor haar brullen. "Joost". Flauw want ik was "vrij". dus ik spurtte de duisternis in. En toen? Nou toen plonste ik in de nattigheid. Ik schrok me werkelijk een hondedrolletje. Ik kon er zo gauw niet uit en ik was helemaal van de kook. Had ze me daarom terug willen roepen? Moest mijn leven zo eindigen, in een natte modderpoel?
Maar nee, ik blubber er doorheen en kom er weer uit.
Knap hé. Ik voel ook meteen de hand van de baas in mijn nek en ze lootst me door de engste tuin ooit heen. Langs die modderpoel. Over wrakke planken, het groen sloeg me tegen de kop. Poeh. wat een ellende.
En dan sta ik ineens weer buiten. In de verte roept het baasje Merel.
De hand in mijn nek laat los en ik sprint naar haar toe, zo blij dat er een uitweg is en lebber haar lekker onder. Ze gilt wel van jakkes en zo, maar ze had me toch echt zelf geroepen.
Tja, wel jammer dat zo'n vreugdevol einde dan een domper krijgt omdat ik in bad gestopt wordt.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home